Juridische zaken

NVVO Juridisch informatie

1.1 Algemeen

We proberen op deze pagina zoveel mogelijk relevante informatie te verstrekken over de juridische en fiscale gevolgen van de afspraken die een trainer maakt met een vereniging. Daarbij maken we ook gebruik van publikaties van derden waarna wordt verwezen. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid m.b.t. hetgeen op deze pagina staat vermeld.

2.1 Arbeidscontract

We krijgen veel vragen naar een voorbeeld van een trainerscontract. Dit voorbeeld is te vinden op de site van de FNV. (WWW.FNV.NL/SPORT) Op deze site is ook de CAO voor medewerkers in de sport te vinden. Let op: dit contract heeft tot gevolg dat er een privaatrechtelijke dienstbetrekking ontstaat. (zie 4.1)

3.1 Adviezen en Geschillen

Voor adviezen over contracten, fiscale zaken en eventueel daaruit voortvloeiende geschillen kun je contact opnemen met het Info Juridische Zaken van de NVVO.

4.1 Mogelijke contracten/afspraken

Privaatrechtelijke dienstbetrekking
Fictieve dienstbetrekking
De overeenkomst van opdracht
De vrijwilligers overeenkomst

4.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 1*

4.2.1 Algemeen

De privaatrechtelijke dienstbetrekking is de arbeidsverhouding waarin de meeste werknemers in het bedrijfsleven werkzaam zijn. Ten aanzien van een “normale” betrekking, waarin partijen ook volgens het spraakgebruik werkgever en werknemer zijn, hoeft er in het algemeen niet aan te worden getwijfeld of er een privaatrechtelijke dienstbetrekking is. Problemen rijzen in de praktijk vooral ten aanzien van betrekkingen die voor de werknemer slechts van bijkomstige betekenis zijn (avondwerk enz.) en ten aanzien van betrekkingen die van korte duur zijn.

Voor de loonheffing en de premies werknemersverzekeringen geldt in beginsel hetzelfde begrip “privaatrechtelijke dienstbetrekking”. In beginsel kan er van worden uitgegaan dat indien vaststaat dat een bepaalde arbeidsverhouding voor de loonheffing een privaatrechtelijke dienstbetrekking is, dit ook voor de premies werknemersverzekeringen het geval is. In twijfelgevallen kan het echter voorkomen dat de uitvoeringsinstelling SV een ander standpunt inneemt dan de Belastingdienst. Het is in die situaties verstandig zowel de Belastingdienst als de uitvoeringsinstelling SV vooraf om hun standpunt te vragen.

Let op:
U kunt aan een standpunt van de Belastingdienst niet het vertrouwen ontlenen dat de uitvoeringsinstelling SV hetzelfde standpunt zal innemen; het omgekeerde is eveneens het geval. Om te bereiken dat zowel de Belastingdienst als de uitvoeringsinstellingen SV in deze kwesties eenzelfde standpunt innemen, wordt door deze organisaties aan een procedure gewerkt waarbij in individuele gevallen vooraf zekerheid wordt gegeven voor beide instanties.

4.2.1.1 Andere overeenkomsten tot het verrichten van arbeid

Het Burgerlijk Wetboek (BW) kent naast de arbeidsovereenkomst nog twee andere overeenkomsten tot het verrichten van arbeid, namelijk:

de overeenkomst tot aanneming van werk
de overeenkomst van opdracht
Wie werkzaam is op basis van één van deze beide overeenkomsten werkt niet in privaatrechtelijke dienstbetrekking.
Zie 4.2.3 voor de verschillen tussen deze overeenkomsten en de arbeidsovereenkomst.

Een overeenkomst tot aanneming van werk en een overeenkomst van opdracht kunnen tot een fictieve dienstbetrekking leiden. Zie 4.3.1 e.v. Ook op de beloning uit deze overeenkomsten moet u in dat geval loonheffing en premies werknemersverzekeringen inhouden.

4.2.2 Arbeidsovereenkomst

Een privaatrechtelijke dienstbetrekking is het geheel van rechten en verplichtingen dat ontstaat uit een arbeidsovereenkomst in de zin van het BW. Van een privaatrechtelijke dienstbetrekking kan dus slechts sprake zijn wanneer een arbeidsovereenkomst is gesloten. De arbeidsovereenkomst is geregeld in artikel 7:610 BW, dat luidt: “De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.”

4.2.2.1 Vorm van de arbeidsovereenkomst

De arbeidsovereenkomst is vormvrij. Hoewel de overeenkomst meestal schriftelijk wordt vastgelegd is dit voor de geldigheid van de overeenkomst niet vereist. Ook een mondelinge afspraak kan een arbeidsovereenkomst zijn. Een arbeidsovereenkomst kan zelfs stilzwijgend tot stand komen, bijv. doordat de werknemer aan het werk gaat en de werkgever loon gaat betalen. Voor sommige afspraken die in het kader van een arbeidsovereenkomst worden gemaakt geldt wel dat zij schriftelijk moeten worden vastgelegd (bijv. een concurrentiebeding of boetebepalingen).

4.2.2.2 Andere verplichtingen

Is er sprake van een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst dan gelden voor de werkgever en de werknemer verschillende verplichtingen waaraan moet worden voldaan. Denk daarbij onder andere aan:

het betalen van het wettelijke minimumloon. Zie tabel
het in acht nemen van opzegtermijnen en opzegverboden.
Voor de vraag of u een overeenkomst voor de loonheffing en de premies werknemersverzekeringen als een arbeidsovereenkomst moet beschouwen is niet van belang of u zich al dan niet aan de arbeidsrechtelijke voorschriften houdt. Zo kan bijv. een beloning die lager is dan het minimumloon loon uit dienstbetrekking zijn.

4.2.2.3 Wet flexibiliteit en zekerheid moet nog gecorrigeerd worden is niet meer van toepassing, wet bestaat niet meer.

Op grond van de Wet flexibiliteit en zekerheid is de rechtspositie van werknemers met flexibele arbeidsrelaties versterkt. Als een arbeidsrelatie de volgende kenmerken heeft wordt vermoed dat sprake is van een civielrechtelijke arbeidsovereenkomst:

de arbeidsrelatie heeft ten minste drie opeenvolgende maanden geduurd;
er is wekelijks of gedurende ten minste 20 uur per maand arbeid verricht;
er is sprake van een beloning.
Vorenstaande criteria leiden alleen civielrechtelijk tot het vermoeden dat sprake is van een dienstbetrekking. De werkgever behoudt de mogelijkheid het tegendeel aannemelijk te maken.

Aangezien de Wet flexibiliteit en zekerheid uitsluitend betrekking heeft op de arbeidsrechtelijke relatie tussen werkgevers en werknemers kan de Belastingdienst hierop naar ons oordeel geen beroep doen. Dat neemt niet weg dat in situaties waarbij aan bovenstaande criteria is voldaan al snel sprake zal zijn van een fictieve dienstbetrekking als gelijkgestelde.

4.2.3 Kenmerken van de arbeidsovereenkomst

Een overeenkomst is een arbeidsovereenkomst zodra deze de drie volgende kenmerken bezit:

de werknemer verbindt zich om gedurende zekere tijd arbeid te verrichten,
de werkgever is verplicht loon te betalen
tussen de werkgever en werknemer bestaat een gezagsverhouding
Ontbreekt één van deze kenmerken dan is er geen arbeidsovereenkomst en dus geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.
Meent u dat een bepaalde overeenkomst geen arbeidsovereenkomst is, maar neemt de Belastingdienst of de uitvoeringsinstelling SV het standpunt in dat er wel sprake is van een arbeidsovereenkomst, dan zal in beginsel de Belastingdienst c.q. de uitvoeringsinstelling SV moeten aantonen dat alle kenmerken van een arbeidsovereenkomst aanwezig zijn. Wijst de feitelijke situatie sterk in de richting van een arbeidsovereenkomst dan zult u moeten bewijzen dat hiervan geen sprake is.

4.2.3.1 Gedurende zekere tijd arbeid verrichten

Kenmerkend voor de arbeidsovereenkomst is dat de werknemer zich er slechts toe verbindt zijn arbeidsvermogen ter beschikking van de werkgever te stellen. Wanneer de werknemer deze verbintenis nakomt, verricht hij arbeid in de zin van het BW. Zelfs wachten op werk kan dus arbeid zijn. De enkele verplichting om aanwezig te zijn, zonder dat enige arbeid wordt verricht of zal worden verricht, leidt echter niet tot een arbeidsovereenkomst. De zinsnede “gedurende zekere tijd” heeft weinig betekenis. Ook een overeenkomst voor zeer korte duur (bijv. een middag) en een overeenkomst voor onbepaalde duur kunnen een arbeidsovereenkomst zijn. Een arbeidsovereenkomst onderscheidt zich o.m. hierin van een overeenkomst tot aanneming van werk of een overeenkomst van opdracht, dat bij de laatstbedoelde overeenkomsten de ene partij zich verplicht om ten behoeve van de andere partij een bepaald werk of een bepaalde hoeveelheid werk te verrichten.

Persoonlijk te verrichten arbeid

De werknemer moet verplicht zijn om de arbeid persoonlijk te verrichten. Wanneer hij zich ongelimiteerd kan laten vervangen is de overeenkomst geen arbeidsovereenkomst. Incidentele vervanging met toestemming van de werkgever is binnen het kader van een arbeidsovereenkomst wel mogelijk. Ook kan nog van een dienstbetrekking sprake zijn als de werknemer zich door anderen (bijv. zijn echtgenoot, zijn kinderen of een hulp) bij het werk laat bijstaan.

4.2.3.2 Loon betalen

Wil van een arbeidsovereenkomst sprake zijn dan moet de werkgever verplicht zijn om loon te betalen. Slechts de overeengekomen tegenprestatie van de werkgever voor de te leveren arbeid is loon in de zin van het BW. Geen loon in de zin van het BW zijn onder meer:

onverplichte betalingen door de werkgever, zoals geschenken en gratificaties;
betalingen door anderen dan de werkgever, zoals fooien;
kostenvergoedingen.

Loon in de zin van het BW

Het al of niet aanwezig zijn van een dienstbetrekking hangt af van het antwoord op de vraag of u een betaling van loon in de zin van het BW bent overeengekomen. Is dat het geval en is ook aan de overige voorwaarden voldaan dan is er een dienstbetrekking. U moet vervolgens bij de inhouding van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen rekening houden met het meer uitgebreide loonbegrip dat geldt voor de loonheffing en de sociale-verzekeringswetten. U moet dan dus bijvoorbeeld ook inhouden op geschenken en fooien (voorzover niet vrijgesteld).

Kostenvergoedingen

Wanneer u geen andere betaling overeenkomt dan een vergoeding voor de kosten die men in verband met het werk moet maken, bent u in de zin van het BW geen loon overeengekomen. Zie ook 4.2.14. Is de kostenvergoeding hoger dan de werkelijke kosten dan kan dit wel weer loon en dus een dienstbetrekking opleveren.

Met ingang van de wetgeving 2001 zijn de fiscale bepalingen over welke kosten nu als onbelaste kostenvergoedingen moeten worden aangemerkt verandert. De belastingdienst heeft nog geen nieuwe richtlijnen vastgesteld voor trainers in de sport. Voor nadere informatie kun je contact op nemen met het secretariaat van de NVVO.

Wanverhouding tussen arbeid en loon

Ook een zeer lage beloning kan loon zijn. Het feit dat tussen de arbeid en het loon een wanverhouding bestaat ontneemt aan de beloning niet het karakter van loon.

Onzekere beloning

De hoogte van het loon hoeft niet tevoren vast te staan. Wie uitsluitend een variabele beloning ontvangt (bijv. provisie) geniet loon. Wel moet zijn afgesproken dat een beloning wordt gegeven.

4.2.3.3 Gezagsverhouding

Kenmerkend voor de arbeidsovereenkomst is verder dat er een gezagsverhouding bestaat tussen werkgever en werknemer. De werkgever is bevoegd om toezicht te houden op het werk en bindende aanwijzingen of opdrachten te geven met betrekking tot de wijze van werken. Hij kan het toezicht zelf uitoefenen of aan een ander overlaten. Of de werkgever van het recht om aanwijzingen te geven ook gebruik maakt, doet niet ter zake.

Ook bij zeer losse arbeidsverhoudingen kan sprake zijn van een gezagsverhouding. Zo hoeft het enkele feit dat degene die arbeid verricht de vrijheid heeft om te komen en te gaan wanneer hij wil nog niet te betekenen dat er geen sprake is van een gezagsverhouding bij het verrichten van de arbeid. Wanneer de opdrachtgever geen andere bevoegdheid heeft dan om bij verwaarlozing van de taak het contract te beëindigen, is er geen gezagsverhouding. Ter vergelijking: wie op basis van een overeenkomst tot aanneming van werk of een overeenkomst van opdracht werkt, staat niet onder het gezag van de opdrachtgever. Hij kan in beginsel zelf beslissen over de wijze van werken. Dat de opdrachtgever daarbij tot op zekere hoogte nadere aanwijzingen kan geven hoeft nog niet te betekenen dat er sprake is van een gezagsverhouding.

Let op: Bij beroepen waarbij de werknemers een grote vrijheid hebben, zoals bij leraren en artsen in loondienst, brengt de aard van het werk met zich mee dat de gezagsverhouding in de praktijk steeds op de achtergrond staat. Dit betekent niet dat bij dergelijke beroepen geen sprake (meer) zou zijn van een dienstbetrekking.

4.3 Fictieve dienstbetrekking: gelijkgestelden

4.3.1 Algemeen

In fictieve dienstbetrekking staat degene van wie de arbeidsverhouding in maatschappelijk opzicht gelijk te stellen is met een dienstbetrekking. Hierbij moet:

persoonlijk arbeid worden verricht;
op doorgaans ten minste twee dagen per week;
tegen een beloning die doorgaans per week meer dan tweevijfde van het minimumloon bedraagt.
De arbeidsverhouding van deze personen wordt als een dienstbetrekking aangemerkt, omdat zij in maatschappelijk opzicht met werknemers gelijk te stellen zijn. Vandaar de term “gelijkgestelde”.

Onder deze fictieve dienstbetrekking kunnen dus arbeidsverhoudingen van allerlei aard vallen (bijv. tolken).

4.3.1.1 Persoonlijk arbeid verrichten

De fictieve dienstbetrekking is van toepassing op degene die de arbeid feitelijk zelf verricht, ongeacht of hij contractueel verplicht is om de arbeid zelf te verrichten. Het is dus van belang steeds na te gaan door wie het werk feitelijk wordt verricht.

4.3.1.2 Op doorgaans ten minste twee dagen per week

Niet van belang is of de gelijkgestelde gedurende twee hele dagen per week werkt dan wel op twee dagen per week een gedeelte van een dag. Wie bijv. op maandag en op donderdag telkens gedurende 3 uur arbeid verricht, werkt op 2 dagen per week.

quot;Doorgaans” duidt op een regelmatig patroon. Om vast te stellen of iemand als gelijkgestelde moet worden aangemerkt, moet vooraf, aan de hand van het te verwachten werkpatroon, worden nagegaan of er doorgaans op twee dagen per week zal worden gewerkt. Wordt bij uitzondering weleens niet of op één dag gewerkt dan neemt dat niet weg dat een fictieve dienstbetrekking bestaat. Omgekeerd is iemand die in de regel eenmaal per week voor u werkt, niet in fictieve dienstbetrekking, ook niet als in bijzondere gevallen twee- of driemaal per week wordt gewerkt. Het begrip “doorgaans” moet niet worden uitgelegd als “gemiddeld”. In een jaar kan een periode van fictieve dienstbetrekking voorkomen voorafgegaan of gevolgd door een periode waarin niet of bijv. op één dag per week is gewerkt.

4.3.1.3 Het bruto-inkomen bedraagt doorgaans per week ten minste tweevijfde van het minimumloon

Voor personen die 23 jaar of ouder zijn moet u tweevijfde van het wettelijk minimumloon tot uitgangspunt nemen. Wordt het loon uitsluitend in verband met de leeftijd van een werknemer lager gesteld dan het minimumloon, dan moet worden uitgegaan van tweevijfde van het minimum-jeugdloon dat behoort bij zijn leeftijd.

( 1* Deze tekst is overgenomen uit de Elseviers Almanak Loonheffing )